Wet machtiging deelneming door Nederland in de Zesde Middelenaanvulling van het Afrikaanse Ontwikkelingsfonds
Wet van 12 mei 1993, houdende machtiging tot deelneming door Nederland in de Zesde Middelenaanvulling van het Afrikaanse Ontwikkelingsfonds
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat Nederland deelneemt in de Zesde Middelenaanvulling van het Afrikaanse Ontwikkelingsfonds;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Onze Minister van Financiën wordt gemachtigd, om het nodige te verrichten, opdat Nederland deelneemt in de Zesde Middelenaanvulling van het Afrikaanse Ontwikkelingsfonds voor een totaal bedrag van 86 350 185,37.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 12 mei 1993
Beatrix
De Minister van Financiën,
w
Kok
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
j
P. Pronk
De Minister van Buitenlandse Zaken,
p
H. Kooijmans
Uitgegeven de zeventiende juni 1993
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin